Brussel biedt fotografen een reeks architectonische onderwerpen die verschillende eeuwen beslaan. De middeleeuwse Grote Markt vormt het historische centrum, terwijl Art Nouveau gebouwen zoals het Musée Horta en het Maison Cauchie de artistieke bloei rond 1900 documenteren. Het Atomium, gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1958, vertegenwoordigt het naoorlogse modernisme en is uitgegroeid tot een van de meest gefotografeerde monumenten van de stad. De Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen behoren tot de oudste overdekte winkelgalerijen van Europa en tonen de elegante bouwtechnieken van de 19e eeuw. De Kunstberg verbindt verschillende wijken door middel van een terrastuin met uitzicht over de oude stad. Het Jubelpark bevat neoklassieke triomfbogen, terwijl de Hallepoort de laatst overgebleven middeleeuwse stadspoort blijft. De Basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg toont Art Deco invloeden in haar monumentale architectuur. Rustigere plekken zijn de Vijvers van Elsene, twee vijvers in de gelijknamige wijk, of het Zoniënwoud, een uitgestrekt beukenbos aan de rand van de stad. De Louizalaan verbindt residentiële en commerciële districten door verschillende architecturale stijlen. Kleinere passages zoals de Bortiergalerij of de Noordpassage vullen de grote galerijen aan. De Beenhouwersstraat staat bekend om haar restaurantgevels, terwijl de Ooievaarsstraat historische herenhuizen toont. Fotografisch interessante details zijn onder andere het Art Nouveau metrostation Pannenhuis of het modernistische CBR-gebouw. Het Kasteel van Laken dient als koninklijke residentie en opent alleen voor bezoekers tijdens de jaarlijkse opening van de Koninklijke Serres. Le Botanique, een voormalige botanische tuin, herbergt nu een cultureel centrum. Het Koningsplein en het aangrenzende Koninklijk Paleis vormen het politieke hart van de stad. Kleinere pleinen zoals het Flageyplein bieden lokale taferelen buiten de hoofdroutes.
Deze stalen voetgangersbrug heeft een cirkelvormig ontwerp van 40 meter lang en verbindt twee wijken over spoorlijnen heen. De brug biedt uitzicht op stedelijke landschappen en vormt een voorbeeld van hedendaagse infrastructuuroplossingen in Brussel.
Het Atomium vertegenwoordigt een metalen structuur die een ijzerkristal uitbeeldt, vergroot met 165 miljard keer. Het gebouw meet 102 meter hoog en herbergt tentoonstellingsruimtes en een restaurant. Negen bollen zijn verbonden door buizen, waarvan zes toegankelijk zijn voor bezoekers. De bovenste bol biedt uitzicht over de stad en de omgeving. Gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1958, is de structuur een symbool van de Belgische hoofdstad geworden.
De Grote Markt van Brussel is een middeleeuws plein omgeven door gildehuizen uit de 17e eeuw. Het gotische stadhuis aan de zuidkant heeft een 96 meter hoge toren met daarop een standbeeld van Sint-Michiel. De gevels van de gildehuizen tonen barokke ornamenten met vergulde details. Het rechthoekige plein meet ongeveer 110 bij 68 meter en werd in 1998 uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed. De architectuur combineert gotische en barokke elementen uit verschillende eeuwen en vormt een uniform ensemble van historische gebouwen.
De Kunstberg biedt een verhoogd terras met Franse tuinen en uitzicht op het stadhuis en de benedenstad. Het complex strekt zich uit tussen de Kunstberg en het Koningsplein en omvat meerdere musea en de Koninklijke Bibliotheek. Brede trappen en symmetrische bloemperken verlenen het terrein een formele structuur, terwijl de centrale as de blik naar de gotische spits van het stadhuis leidt. De combinatie van twintigste-eeuwse architectuur en historische zichtlijnen maakt deze locatie geschikt voor het vastleggen van stedelijke perspectieven en architectonische details.
Deze negentiende-eeuwse winkelgalerij strekt zich uit over 213 meter en bestaat uit drie met glas overdekte galerijen met winkels, restaurants en een theater. De Galeries Royales Saint-Hubert openden in 1847 en verbinden verschillende straten in het stadscentrum via bogen in neoklassieke stijl. Het glazen dak bevindt zich 18 meter boven de grond en overdekt gangen met mozaïekvloeren en pilasters langs de gevels. Fotografen vinden hier perspectieven langs de drie secties en details van de architectuur uit het midden van de negentiende eeuw.
Dit openbaar park beslaat 30 hectare en herbergt drie musea, aangelegde tuinen en een triomfboog die werd gebouwd om de 50e verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid te herdenken. De symmetrische gazons en neoklassieke gebouwen bieden mogelijkheden voor architectuurfotografie, terwijl de laan naar de monumentale boog op verschillende momenten van de dag kan worden gefotografeerd.
Dit plein uit de jaren 1780 toont uniform ontworpen gebouwen in Lodewijk XVI-stijl, die culturele instellingen en de Sint-Jacobskerk herbergen. De Place Royale vormt het architectonische centrum van de koninklijke wijk van Brussel en combineert neoklassieke symmetrie met historische betekenis. De rechthoekige aanleg biedt heldere zichtlijnen naar de omringende gevels en het centrale ruiterstandbeeld van Godfried van Bouillon, terwijl de uniformiteit van de gebouwhoogtes een geordende setting voor fotografisch werk creëert.
Het Koninklijk Paleis dient als administratieve zetel van de Belgische monarchie en biedt in de zomer publieke toegang tot staatsiezalen met vergulde versieringen, kristallen kroonluchters en kunstcollecties geschikt voor interieurfotografie van historische architectuur.
Le Botanique is een cultureel centrum gevestigd in een voormalige oranjerie uit 1826, dat nu dienst doet als concertzaal en tentoonstellingsruimte. De glas-en-ijzer constructie biedt fotografen architectonische details uit het begin van de 19e eeuw samen met wisselende kunstinstallaties. Het gebouw combineert historische kasarchitectuur met hedendaagse culturele evenementen en ligt in een tuin die extra mogelijkheden biedt voor buitenopnames.
Het Kasteel van Laken dient sinds 1831 als officiële residentie van de Belgische vorsten en ligt in een uitgestrekt park in het noorden van Brussel. Het domein werd aan het einde van de 18e eeuw gebouwd in neoklassieke stijl en heeft sindsdien verschillende uitbreidingen gekend. Het geheel omvat verschillende serres van ijzer en glas die midden 19e eeuw werden opgericht en elk voorjaar enkele weken opengaan voor het publiek. Terwijl het kasteel zelf voorbehouden blijft voor de koninklijke familie, bieden de tuinen en serres met hun collecties tropische planten, azalea's en camellia's fotografische mogelijkheden voor architectuur en botanische onderwerpen.
Het Musée Horta bewaart de voormalige woning en het atelier van Victor Horta, een van de voornaamste architecten van de Art Nouveau-beweging. Het museum herbergt origineel meubilair, huishoudelijke voorwerpen en kunstwerken die Horta's ontwerpprincipes en zijn bijdrage aan de Belgische architectuur van het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw illustreren. De binnenruimtes tonen karakteristieke elementen van deze stijl, waaronder organische lijnen, smeedijzeren details en zorgvuldig geplande verlichting. Het gebouw is een UNESCO-werelderfgoed en biedt inzicht in Horta's werkmethoden en de esthetische idealen van zijn tijd, wat het tot een relevante locatie maakt voor architectuur- en ontwerpfotografie.
De Étangs d'Ixelles bestaan uit twee met elkaar verbonden vijvers uit de 13e eeuw in een woonwijk ten zuidoosten van het stadscentrum. Historische huizen met decoratieve gevels grenzen aan de oevers, waar watervogels hun nesten bouwen. De vijvers bieden onderwerpen voor architectuur- en natuurfotografie met spiegelingen van omliggende gebouwen op het water. Wandelpaden lopen langs beide wateroppervlakken door de wijk.
De Koninklijke Serres van Laken werden gebouwd in 1873 en bestaan uit meerdere glazen paviljoens verbonden door ijzeren structuren en koepelvormige daken. Het complex herbergt tropische planten, orchideeën en geraniums verdeeld over verschillende secties. De architectuur combineert negentiende-eeuws metaalwerk met botanische collecties uit diverse klimaten. De serres zijn enkele weken per jaar opengesteld voor het publiek en bieden fotografen beelden van glas en staal naast gevarieerde plantengroei in een geheel ontworpen door architect Alphonse Balat.
Villa Empain is een voormalige privéwoning uit 1934 die werd omgebouwd tot kunstcentrum. Het gebouw toont art-decoarchitectuur met marmeren hallen, bronzen details en geometrische patronen in het interieurontwerp. De villa combineert symmetrische gevels met decoratieve elementen en biedt fotografen motieven uit het interbellum. De binnenruimtes presenteren originele materialen en vakmanschap uit de jaren dertig.
Het Autoworld Museum toont meer dan 250 voertuigen uit verschillende periodes van de automobielgeschiedenis. De collectie omvat Europese en Amerikaanse auto's, motorfietsen en historische racewagens. De stukken zijn ondergebracht in gerenoveerde tentoonstellingszalen en documenteren de technische evolutie van motorvoertuigen vanaf het einde van de 19e eeuw tot vandaag.
Het CBR-gebouw is een kantoorcomplex uit 1970 met gevels van beton en glas. Het gebouw toont karakteristieke architectonische elementen van het naoorlogse modernisme en grote ramen die de stedelijke omgeving weerspiegelen. De geometrische structuur leent zich goed voor foto's die de architectonische ontwikkeling van Brussel in de jaren zeventig documenteren.
Avenue Louise strekt zich 2,7 kilometer uit door Brussel en verbindt het stadscentrum met het Ter Kamerenbos. Deze brede laan toont voorbeelden van architectuur uit het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw, waaronder verschillende gebouwen in Art Nouveau- en Art Decostijl. Fotografen vinden hier geveldetails, smeedijzeren balkons en ornamentele elementen langs de met bomen omzoomde straat. Avenue Louise biedt ook perspectieven op de stedelijke structuur van Brussel, met zijn mix van historische en hedendaagse bouwwerken.
Het Muziekinstrumentenmuseum herbergt meer dan 8000 instrumenten uit verschillende periodes en regio's in een Art Nouveau gebouw uit het begin van de 20e eeuw. De collectie omvat mechanische instrumenten, historische klavierinstrumenten en traditionele muziekinstrumenten uit de hele wereld. Audiogidsen stellen bezoekers in staat de klanken van tentoongestelde instrumenten te horen, terwijl interactieve tentoonstellingen de geschiedenis en evolutie van muziek schetsen. Het gebouw zelf, oorspronkelijk ontworpen als warenhuis Old England, biedt uitzicht over de stad vanaf het dakterras.
Place Flagey ligt in de wijk Elsene en dient sinds de jaren dertig als druk ontmoetingspunt. Het voormalige omroepgebouw in art-decostijl domineert het plein en functioneert nu als cultureel centrum met concertzalen. Fotografen vinden hier gebogen gevels, geometrische details en de karakteristieke architectuur van het interbellum. In het weekend transformeert een voedselmarkt het plein in een drukke scène met kraampjes en bezoekers. De omliggende cafés en het open pleinontwerp bieden aanvullende onderwerpen voor stedelijke fotografie op verschillende momenten van de dag.
De Galerie Bortier verbindt de Rue de la Madeleine met de Rue Saint-Jean via een overdekte passage met glazen dak uit 1848. Architect Jean-Pierre Cluysenaar ontwierp deze 45 meter lange winkelgalerij in neoklassieke stijl, die nu gespecialiseerd is in antiquarische boekwinkels, kunsthandelaren en verkopers van oude prenten. De passage behoudt zijn oorspronkelijke architectuur met ijzeren dragers die een transparant plafond ondersteunen dat natuurlijk licht in de smalle ruimte laat. Deze galerij behoort tot de weinige overgebleven overdekte passages in Brussel en documenteert de commerciële architectuur van de 19e eeuw in de Belgische hoofdstad.
De Passage du Nord verbindt sinds 1881 twee centrale straten van Brussel en toont de neoklassieke architectuur van het einde van de 19e eeuw. Deze overdekte winkelgalerij bestaat uit twee parallelle galerijen met glazen koepels die natuurlijk licht op de marmeren zuilen en versierde gevels werpen. Winkels en cafés liggen aan beide zijden van de passage en creëren perspectieven voor architectuurfotografie. De glasstructuur produceert wisselende lichtomstandigheden gedurende de dag, terwijl de ornamentele details op muren en plafonds het vakmanschap van deze periode tonen.
Het operagebouw uit 1700 combineert een neoklassieke gevel met een gemoderniseerde zaal. De hoofdtrap, foyers en vergulde balkons bieden verschillende architecturale perspectieven. Het theater presenteert jaarlijks ongeveer 250 opera- en balletvoorstellingen. Dagelijkse rondleidingen in meerdere talen geven toegang tot de zalen, het podium en de publieke ruimtes tussen voorstellingen door.
Deze straat in het historisch centrum toont 17e-eeuwse Vlaamse architectuur met versierde gevels, steensnijwerk en traditionele topgevels die kenmerkend zijn voor Brusselse woongebouwen uit die periode.
De Rue des Bouchers loopt door het centrum van Brussel als voetgangersstraat met Belgische restaurants die lokale gerechten waaronder mosselen serveren. De straat toont traditionele gevels met buitenterrassen en etalages waar chocolade en wafels worden gepresenteerd. Fotografen vinden hier motieven van de Brusselse eetcultuur met karakteristieke pandvoorgevels en actieve buitenplekken die inzicht bieden in de culinaire tradities van de Belgische hoofdstad.
Dit neoklassieke gebouw uit 1876 huisvest de belangrijkste muziekinstelling van België. Het conservatorium omvat concertzalen, oefenruimtes en een gespecialiseerde muziekbibliotheek met historische partituren en opnames. De gevel toont typische elementen van de negentiende-eeuwse neoklassieke architectuur. Het gebouw, centraal gelegen in Brussel, geeft vorm aan het culturele leven van de stad sinds meer dan een eeuw.
Deze versterkte poort uit 1381 is het laatste overgebleven deel van de tweede Brusselse stadsmuur en herbergt nu historische tentoonstellingen samen met een toren die panoramische uitzichten over de Belgische hoofdstad biedt.
Het metrostation Pannenhuis ligt aan lijn 6 van de Brusselse metro in de gemeente Laken en verbindt woonwijken met het stedelijk vervoersnetwerk. De ondergrondse architectuur volgt het functionele ontwerp van de Brusselse metro uit de jaren zeventig, met betegelde wanden en strakke lijnen. Fotografen vinden hier typische elementen van het Belgische metroontwerp, van de verlichte perrons tot de geometrische vormen van plafonds en zuilen die de modernistische erfenis van de stad weerspiegelen.
Het in 1905 gebouwde Maison Cauchie toont op zijn gevel een combinatie van geometrische en florale jugendstilmotieven. Het interieur bevat originele meubels en decoratieve elementen van Paul Cauchie, die het gebouw ontwierp als zowel woning als atelier. De gevel werd gemaakt met de sgraffitotechniek, waarbij lagen pleisterwerk worden aangebracht en gedeeltelijk weggeschraapt om meerkleurige patronen te produceren.
Het museum toont collecties die de geschiedenis van Brussel van de middeleeuwen tot heden belichten, met archeologische vondsten, historische documenten, kunstwerken en maquettes die de stedelijke ontwikkeling en maatschappelijke veranderingen documenteren en inzicht geven in het dagelijks leven uit verschillende perioden.
De Basiliek van het Heilig Hart domineert de skyline van Brussel met haar twee torens van 89 meter en groene koperen koepel. Deze tussen 1905 en 1969 gebouwde kerk toont Art Deco-architectuur toegepast op religieus ontwerp en biedt fotografen geometrische gevels, monumentale proporties en panoramische uitzichten over de Belgische hoofdstad vanaf het Koekelbergplateau.
De Rue Porselein combineert geschiedenis en architectuur in het centrum van Brussel met traditionele Belgische gevels uit de 17e en 18e eeuw en originele kasseien die fotografen een authentieke stedelijke omgeving bieden voor architecturale opnamen.
Het Zoniënwoud strekt zich uit over ongeveer 4.400 hectare ten zuidoosten van Brussel en behoudt beukenbossen en plantensoorten die dateren uit de laatste ijstijd. Paden doorkruisen het bos en bieden gelegenheid om historische lanen en beschermde flora te fotograferen, waaronder relicten van de postglaciale vegetatie die zich in dit gebied vestigde.